Reisverslag

10e fietsvakantie in Zuidelijk Afrika: Is dat niet saai?

Nee hoor, het is apart, bijzonder, enig, extreem, fantastisch, fenomenaal, heerlijk, kostelijk, merkwaardig, ongewoon, onvergelijkbaar, onvergetelijk, onnavolgbaar, uniek, uitzonderlijk, voortreffelijk, weergaloos, zeldzaam en dé ultieme Afrika ervaring!


Reisverslag fietsvakantie door Zoeloe- & Swaziland van 22 juli t/m 12 augustus door Glimlag

copyright Glimlag Lachen n.b. mail me als je een Word-versie (voor afdrukken) wilt ontvangen


Dwaaltocht op de fiets door KwaZuluNatal en Swaziland!

‘Alleen door te verdwalen vindt je het spoor en door te ontsporen een beter pad. Het gaat niet om het doel, doel is voor mensen die weten waar ze willen uitkomen, hij zoekt richting. Een reiziger is ie, een jongeman op doortocht.’ (bewerkt uit Tikkop, auteur Adriaan van Dis)


Dag 1 Weerzien bekenden en nieuwe gezichten

Ons vlieg vandag na Johannesburg. Tijdens de vliegreis heb ik een hernieuwde kennismaking met Frans en later zien we Ron die we kennen van een vakantie in Noorwegen (2008) en Harry (vorig jaar Namibië). Daarna ben ik geruime tijd verdiept in mijn leesboek ‘Tikkop’ van Adriaan van Dis. Doordat ik ook nog even bijpraat met Cor en Corrie (met o.a. een verhaal over fietsen die bijna voor niks mee gaan) en we beziggehouden worden met eten en drinken verloopt de vliegreis voorspoedig. Ons kom in die aand (21:15 uur dieselfde tyd as in Nederland) aan in Johannesburg.

Bij de bagageband maken we nog kennis met de rest van de groep;  Trins (ook een nieuwkomer) en  Guus en Trui (ook al eerdere reizigers bij Monique). Tjeerd en ik hebben als eerste de bagage. Omdat de anderen ook nog op fietsen wachten, lopen wij alvast door naar de ontvangsthal. We ‘ontlopen’ Monique en Charlie (officieel Khudzunai) eerst even, om ze vervolgens van ‘achteren’ te kunnen verrassen en begroeten. Ze zijn erg verrast … en dat slaag nie somaar sonder moeite by Monique nie.

Na een korte busrit komen we bij ons hotel (annex guesthouse) aan. Daar leer ons Han Gunst ken, een vriendin van Monique waarmee ze samen deze nieuwe fietsreis heeft uitgestippeld. Na een borrel en een nootje zoeken we het bed op. We hebben een prachtige kamer (met ruime keus aan bedden). Snags is dit baie koud, waardoor ik een deken uit de kast pluk. Tjeerd heeft dan al een deken van het andere bed gegrist.

Vliegreis Johannesburg * 9028 km en transfer naar hotel


Dag 2 Verlies en winst

Na een relaxed ontbijt (Els helpen we nog opstaan, omdat ze door de wekker heen is geslapen) stappen we voor een rit van 278 km (meting met mijn Garmin) in de bus. Terwijl anderen al gauw zitten te dommelen, lees ik een heel stuk in de roman Tikkop (over verraad, maar ook over vriendschap en liefde voor een taal en een land). Na een koffiestop bij de Wimpy (de koffie van mij laat erg lang op zich wachten en ik moet nog even wennen aan de ZAR) begint het in de bus te rieken naar verbrande olie. Monique vertrouwt het niet helemaal en stopt toch maar even om het te checken. Blijken ze bij de benzinepomp de oliepeildop er niet op gedraaid te hebben. Een grote smeerboel tot gevolg, maar wonder-boven-wonder ligt de dop er nog gewoon naast.

Op die pad sien ons al die eerste van die Big 5. Op de middag hebben we nog een lunchstop (kip sandwich en Els geholpen met haar salade) bij een restaurant annex tuin/winkeltje. Een dame vertelt me daar, dat er koud weer en regen op komst is na het weekend.

In de Loft Guest Lodge in Bethlehem volgen we nog even de Tour de France (tv op de kamer). In de tijdrit verliest Andy Schleck het geel en neemt Cadel Evans deze trui over. In een Chinees restaurant nemen we alvast een borrel voordat we ’s avonds uit eten gaan bij een pizzeria. Ons verras Monique nie meer met die plaatjiesalbums (van Namibië) nie, maar maak haar wel baie bly.

Transfer Bethlehem * 278 km

Diner bij pizzeria: biltongsalade, visschotel (met calamaris steak, mosselen en gamba’s)


Dag 3 Eerste schermutseling

Na een heerlijke nachtrust en rustig ontbijt maken we ons klaar voor de eerste fietstocht. We  sleutelen aan de fiets (pedalen, zadel, fietstas) en na een kleine routewijzigingbespreking (vanwege het vertrek vanuit een ander hotel) vertrek ons (Tjeerd en ek) as laaste (dit lyk gewoon) en staan na 250 meter al te twijfelen op het bewuste kruispunt. Rechts mag eigenlijk niet, omdat we dan tegen het verkeer in gaan. Daarnaast hoor ik iets aanlopen bij de fiets. Na het laatste verholpen te hebben en 100 meter doelloos heen en weer rijden, pakken we een weg waarvan we denken dat het de goede is. Nog geen 500 meter slaan we weer af (en lyk dit as of ons ’n rondjie het gefietsry) en verlaten we het dorpje via een drukke weg.

Na een km of 15 kan het jasje en beenstukken uit en komt het dus een beetje op temperatuur. Daar slaan we af richting Clarens en komen we op een rustiger asfaltweg. Op deze weg komt Monique ons ook voorbij. Sy ry dieselfde roete met Charlie in die bus.

In Clarens zitten we met Cor en Corrie op een terras. Els vergezeld ons later en ze lijkt het erg zwaar te hebben deze eerste fietsdag (naar eigen zeggen, moet ze nog even inkomen). Els blijft na deze pauze een beetje in onze buurt, of blijven we in haar buurt?

De natuur bij Golden Gate is overweldigend; de camera maakt overuren. Met het grootste gemak bereiken we ineens de Lichenspass op 2041 meter. We hebben er slechts 725 hoogtemeters (meting van Guus, omdat mijn Garmin onverklaarbaar geen hm’s registreert) voor hoeven te overbruggen.

Bij aankomst op de camping horen we het verhaal van Cor, die aangereden is door een auto. Hele toestanden (die ons vanuit die verte uit kan aanskou), politie erbij (zien we erg regelmatig voorbij komen), maar het valt gelukkig mee met de verwonding aan zijn elleboog, die geschampt is door de autospiegel. De eerste schermutseling  (Kry ons nog meer narigheid?) is een feit dus.

Op de camping genieten we nog even van het zonnetje. De laatste stralen van de ondergaande zon op de rotsen zijn prachtig om te zien. Niet voor niets noemde de boer Van Reenen dit gebied  daarom Golden Gate.

’s Avonds warmen we ons aan en eten bij het kampvuur en Charlie verzorgt bushmenchairs (bakje kolen onder je campingstoeltje) vanwege de kou. Ik ga lekker opgewarmd naar bed (extra trui ging zelfs nog uit) en heb het ’s nachts niet koud (warme slaap- en fleechebinnenzak zijn afdoende tegen de kou).

Bethlehem – Golden Gate * 58 km (725 hm)

Diner : groentesoep, spaghetti bolognese en salade


Dag 4 Verkoudheid en winterse kou

Ek het baie lekker geslaap en nie kou gehad nie, maar bij het ontwaken constateer ik, dat ik weer eens een verkoudheid heb opgelopen. Mijn neus en hoofd zitten ontzettend vol en ik baal ervan dat dit me weer gebeurd … (grrrrrrrrrrrrrrrrrr).

De eerste km’s door Sandstone Valley zijn behoorlijk pittig door de stijgingen, kou en harde wind. Het is hier winter (onze seizoenen zijn precies tegenovergesteld), maar het lijkt ook wel winter. (Hiermee het ons nie gereken nie met die fietsrykleding.) De natuur van Sandstone Valley is er niet minder mooi om. Links en rechts om ons heen fraaie rotsformaties die we ondanks de kou hier en daar nog vastleggen ook. Trins en Harry komen we op een gegeven moment voorbij; Trins vertrouwt haar fiets niet in de afdalingen en durft niet zo hard te fietsen. Op de afslag naar het Basotho Cultural Village wat wij links (spreekwoordelijk, omdat het rechts ligt) laten liggen, komen Guus en Trui  ons tegemoet fietsen. Het was niet echt de moeite waard … vonden zij. Ons het in die vrieskou nie eens sin om dit te oorweeg nie ...

We vervolgen onze weg om op 38 km een koffiestop te houden. Monique is daar met de bus (voorsien van allerlei heerlikheden), watter beskerming bied teen die koue wind. Een kopje koffie wissel ik af met een kop soep; we blijven maar niet te lang hangen in de bus, anders zou ik helemaal geen zin meer hebben om door te fietsen. In de gauwigheid om te vertrekken, vergeet ik mijn helm ook nog.

Na deze pauze worden de luchten nog donkerder en het is nog kouder ook, mét tegenwind. Onderweg denk ik dat Monique wel wat gaat regelen voor op de camping;  nie ’n tel later nie kom Monique my virby ry. Tjeerd komt nog geen vijf minuten later met de mededeling dat we iets extra’s gaan betalen voor chalets, welke Monique gaat regelen.

Even later krijgen we op de lange rechte weg gezelschap van Frans. Lekker om achter zo’n brede rug te hangen. De heren hebben in dit belabberde weer zelfs nog oog voor wild …

Als we bij de afslag naar Sterkfonteindam even pauzeren, raken we Frans weer kwijt. De wind komt nu niet meer van voor en de weg is wat rustiger (door wegwerkzaamheden minder verkeer) en bereiken we in een grijze grauwe lucht Sterkfonteinresort. De camping en chalets liggen aan een groot meer. Het is ijzig koud en in het huisje warm ik maar langzaam op (zal de verkoudheid ook iets mee te maken hebben) met een koffie en wat chips en nootjes.

Als we ’s avonds net het eten op hebben, valt de stroom uit. Gelukkig hebben we de huiselijke warmte van de open haard. De regen gaat in de loop van de avond over in sneeuw. Dit voorspelt niet veel goeds. Ons speel ’n spelletjie Yenga later in die aand:  Tjeerd, Monique en ek vermaak ons as klein kinders.

Golden Gate – Sterkfonteindam * 70 km (1075 hm)

Diner: brocollisoep en stoofpot


Dag 5 Het is hartje winter

Winters weer in Zuid-Afrika. Je weet niet wat je ziet, een wit landschap in Afrika. We fietsen niet, omdat de Oliviershoekpas afgesloten is voor het verkeer (de volgende dag zien we waarom). Rustig dagje dus, wat me eigenlijk goed uitkomt vanwege de verkoudheid. Zakdoeken zijn niet aan te slepen en na het ontbijt verdwijn ik dan ook weer in mijn bed (met ontzettend veel kleren aan, omdat er nog steeds geen stroom is), lees eerst Tikkop uit en slaap daarna nog de halve ochtend.

We lunchen gezamenlijk en daarna doet ieder waar hij zin in heeft. De meesten trotseren de vrieskou voor een ‘zondagse’ wandeling. Ik lees wat bij het haardvuur (de dames Nynke de Jong en Marijn de Vries hebben met ‘vrouw en fiets’ een vermakelijk boek voor de fietsende vrouw geschreven) en maak nog een korte wandeling om foto’s te schieten (vanwege de ontzettende koud weer snel gestaakt). Monique gaat nog te winkelen en informeert hoe het met de wegen gesteld is. Het verkeer is in veel delen van het land ontregeld. Er is op sommige plekken zelfs nog veel meer sneeuw (dan bij ons) gevallen.

’s Avonds weer lekker gegeten en opgewarmd bij de open haard (ek was nu gloeiwarm van die vuur). Een lekkere vis (hake) staat er op het menu.

Verplichte rustdag in Sterkfonteindam

Diner: tomatensoep, vis  (hake) met zoete aardappelen en groente


dag 6 Afrikanen spelen in de sneeuw

Brrr … winterskoud is het als we Sterkfonteindam verlaten. Maar wat een mooie route, met prachtige vergezichten in dit winterse landschap. Als ik twee jonge Afrikanen die een sneeuwpop maken, vraag of ik een foto mag maken, poseren ze graag en fotograferen ze er zelf ook lustig op los.

We ploeteren eerst over een besneeuwde licht stijgende weg, met slecht wegdek en waar ook nog wegwerkzaamheden aan de gang zijn. Hét plaatje van 2011 geschoten op de grens van Vrijstaat en KwaZulu Natal … (weids landschap van KwaZulu Natal met op de voorgrond  nog licht besneeuwde  hooibalen)

Als we dalen is er geen sneeuw meer. De temperatuur wordt meteen een beetje aangenamer. Het is ook stralend zonnig weer. Tjeerd en ik picknicken met zicht op het Amfitheater in Drakensbergen (en worden gespot door Corrie, wie ons vastlegt op de foto). Even later bereiken we een prachtige groene camping in Royal Natal National Park met hier en daar nog een bultje sneeuw in de schaduw. Ons geniet nog ewe van die somerse son en warmte.

Dan eerst maar eens op zoek naar mijn telefoon, die ik al twee dagen kwijt ben. Met behulp van de mobiel van Monique vind ik ‘m gelukkig terug in de slaapzak (batterij nog net niet leeg, zodat ie nog overging bij bellen). Tjeerd en ik doen de was met de hand. Het hangt al aan de lijn, als we ook nog een wasmachine en droger ontdekken. De droger draait zo’n drie keer om de was droog te krijgen.

We eten weer rond het kampvuur (ik heb zelf corvee waardoor ik ’t ook lekker warm krijg). Ik doe later op de avond nog ‘n Sudoku van Han. Nagtelik uitstappie om 01:45 uur is baie vreselik koud!

Sterkfonteindam – Royal Natal National Park * 55 km ( 590 hm)

Diner: zoete aardappelensoep, pasta met kaassaus en salade


Dag 7 Voor de wind

Een koude nacht waarin ik het niet koud heb gehad. My skriftelike boodskap van gisteraand (‘Lekker slaap’) aan Monique (die in bad lag) het beantwoord met ‘môre’ op die toiletspieël.  

We verlaten het prachtige Royal Natal National Park met harde wind, welke we na een afslag na 10 km al lekker in de rug hebben. De sneeuw op de bovenste toppen van Drakensbergen geven mooie vergezichten die we natuurlijk proberen vast te leggen. De Afrikanen hebben het nog erg koud gezien hun winterse warme kleren (er lopen zelfs twee vrouwen met omgeslagen dekens). Voor ons warmt het nu zo langzamerhand op. Ondanks de verkoudheid kan ik ook lekker fietsen. De warmte en gunstige wind helpen daarin mee.

We fietsen heerlijk over dalingen en stijgingen door het Zoeloe landschap waar we veel traditionele hutjes zien; een tekening, een kinderfietsje, een kerkje, was op de lijn, van alles in dit landschap trekt mijn aandacht. Tjeerd z’n aandacht wordt ergens anders door afgeleid …

Vlakbij de Woodstockdam hebben we de koffiestop annex lunchstop aan het meer. Daarna komen we wel op-de-wind en komen we een fietsgroep tegen van tenminste 10 man. Ons groet vriendelik.

Na de Woodstockbrug hebben we een flink klimmetje pal in de wind, maar daarna buigt de weg weer en suizen we over de weg voor de wind. Aan de rechterhand houden we nog steeds de Drakensbergen in zicht en dit levert weer mooie plaatjes op. Dan ineens zie ik de bus van Monique weer staan bij een winkeltje; tot mijn verbazing is Frans ingestapt (gisteren teveel moeten geven). Hij noemt een alternatieve route over een grondpad (onverharde weg, maar dat mag je zo langzamerhand wel weten als je mijn verhalen leest). Met een vage beschrijving gaan we op pad. Al gauw komt Monique ons ook weer voorbij, zodat we weten dat we goed zitten.

We fietsen door de landerijen heen en het is hier heerlijk rustig (een goed alternatief voor een drukke snelweg dus). Bij een boerderij komt er een hond achter ons aan rennen. Hij weet niet van wijken ondanks onze verwensingen en rent gezellig met ons mee. Nog geen halve kilometer later is daar hond twee, die de moeilijke route neemt. Door de begroeiing en greppels rent ie net zo hard mee. Ik maak wat foto’s met mijn compactcamera (al fietsend is dit risicovol), in de hoop dat dit tafereel een beetje vastgelegd is (kans op bewogen foto bij grondpad fietsen is erg groot).

Na een afslag komt Els weer in ons vizier en niet veel later ook een lammergier. Schitterend hoe deze laatste door de lucht zweeft. Ik sta hier dus wel even stil om dit skouspel te bewonder, baie pragtig leg ek dit vas met my kamera!

Bij de poort van Spioenkop verzamelen we ons. De honden waren doodmoe van het meerennen over zeker 10 km en moesten door de baas opgehaald worden (zal ie niet blij mee zijn geweest). En groupe gaan we door het natuurpark. Door het slechte grondpad moet we alle aandacht bij het fietsen houden. Monique (met Charlie en Frans) komt er in de bus vlak achteraan; zij zien notabene neushoorns, die zich voor ons nog verscholen hielden.

We komen op een prachtplek. De camping ligt aan een meer en aan de overkant spotten we al snel giraffen. We zetten eerst de tent op. Ons twyfel baie oor ’n geskikte plek … Tjeerd repareer later se fietsversnellings, omdat die outomaties geskakel het die middag.

’s Avonds na het eten is een paard te gast om een appeltje te eten en een hele kudde gnoes bij het toilet houdt de afwasploeg van z’n werk. Die aand kry ek die laaste kruik, wat ’n ware worsteling met die warmte oplever (die kruik gooi ek  halwerwege die nag uit my bed uit!).

Royal Natal National Park – Spioenkop * 80 km (835 hm)

Diner: soep (lichte bouillion met groente), ‘lopend’ buffet met braaivlees, worst en beef, 3 bonenschotel, groene salade, aardappelen met room


Dag 8 Wind van voor

’ s Ochtends aan het ontbijt is het koud; blijkbaar is het vannacht ook aardig koud geweest, maar door de kruik heb ik daar helemaal geen last van gehad. Nog voor het ontbijt gaan de fietsen op de aanhanger, omdat we een transfer naar Dundee maken. Dit is een saaie en drukke weg, die we maar beter kunnen vermijden.

In Dundee maken we de fietsen weer klaar, met een zonnetje lijkt het goed weer te worden. Alvorens we op de fiets stappen nuttigen we eerst nog een kopje koffie bij een Wimpy (de Afrikaanse Mc Donalds) met Frans, en we worden niet veel later ook nog vergezeld door Harry en Trins, die vaak samen fietsen. Ons geniet ’n egte Wimpy-koffie en ’n lekker kalorieryk gebakkie.

Als we dan eindelijk op de fiets stappen, het zal een uur of (half) één zijn geweest, is het bewolkt. En na 250 meter trek ik al een dikke fleechetrui aan, want het is ook echt koud. Daarbij komt de wind ook nog eens van voor. Tel uit je winst, erg aangenaam is het dus niet! Tjeerd en ik blijven achter de brede rug van Frans plakken, totdat Tjeerd het tempo overneemt (wie had z’n mond open?) en ineens 3 tot 5 kilometer sneller gaat fietsen; ik haak dus af.

Als Monique langs komt op 12 km kan ik alleen maar vertellen dat het erg koud is. Ik kan me niet heugen, dat ik het ooit zo koud in Zuid Afrika heb gehad met het fietsen.

Na een flink eind ploeteren is het tijd om iets te eten en komt gelukkig het zonnetje er weer bij. Dit maakt het iets aangenamer alhoewel de temperatuur nog niet erg stijgt en de wind ook niet afneemt. Dan zie ik ineens de bus verschijnen. Ik voel blijdschap en teleurstelling tegelijk, blijdschap omdat ik in kan stappen, teleurstelling omdat ik moet toegeven dat de verkoudheid de kracht uit mijn lichaam trekt …  Wat is dat toch als je verkouden bent? Dat alles moe is of moe voelt, wat gebeurt er dan in zo’n lichaam?  Ik hoop dat mijn conditie (dit zou bijna ’n topconditie moeten zijn met vier tot vijf keer sporten in de week) me deze keer niet in de steek laat …

Onder grote belangstelling van een groep koeien (begint die bovenmatige belangstelling nu al?) stappen we in bij 27 km. Tjeerd stapt niet veel later, bij de afslag naar Rorke’s Drift op 33,6 km weer op de fiets (Charlie het ondanks ’n Hollandse ysmus nog baie kou) . Ik laat het fietsen (samen met Trins) voor wat het is, omdat ik niet het laatste restje energie uit mijn lichaam wil halen. Ik geniet zodoende nog vanuit de bus van het prachtige landschap van de Biggersberg Knostropepas.  

Bij aankomst bij Rorke’s Drift geniet ik van de omgeving en maak nog wat foto’s van de fietsers die daar aankomen. We denken dat Els doorfietst, maar dit blijkt iemand van de plaatselijke bevolking te zijn. We laten onze was doen, maar er kan niet gegarandeerd worden dat de was ook droog wordt voor het moment (morgenochtend) dat wij vertrekken.

We eten lekker en worden toegezongen door het personeel (ons kry van die ontroerende gesang hoendervel). We hebben een prachtige kamer, met alle ruimte en prachtig uitzicht over de Buffalorivier en slapen heerlijk in een gerieflijk bed. Ik begin nog even in ‘Terug naar Afrika’ (Het grote safariboek met allerlei wetenswaardigheden over het wild van Maarten Th. Frankenhuis).

Transfer Spioenkop – Dundee circa 100km

Dundee – Rorke’s Drift * 56 km (740 hm)

Diner: kippenleverpaté, beef/kip, rijst en groente, guave met ijs na (N.B. toetjes meld ik alleen als ik ze nuttig), wijn: Nederburg


Dag 9 Eindelijk Afrikaanse temperaturen

Al voor het ontbijt constateren we op het terras van de lodge dat de temperatuur iets aangenamer wordt. Na het ontbijt geeft George (ek dink dat die Britse eienaar se naam so is) ons enthousiast een (bloederig) verhaal over de Slag bij Rorke’s Drift in 1879 in de Anglo-Zulu oorlog.

Bij het vertrek wordt er driftig gesleuteld aan Cor’s fiets, waarvan een versnellingskabel het heeft begeven en wat in z’n geheel vervangen wordt. Corrie en ik stappen op een gegeven moment op de fiets (het duurt namelijk wel erg lang), zodat de mannen (Tjeerd, dé sleutelaar, Cor en Frans) ons later wel weer kunnen inhalen. Monique houdt ze nauwlettend in de gaten … Agteraf is vastgestel dat die reparasie baie praktieser het kan gebeur!

We vervolgen onze weg vanaf Rorke’s Drift over de Buffaloriver en een goed begaanbaar en glooiend grondpad. Na nog geen drie kilometer gaat er bij mij toch maar een laagje kleding uit. Het zonnetje lijkt nu meer kracht te krijgen. Hier en daar moet door ons zelf ook flink kracht geleverd worden om de stijginkjes te overbruggen, waardoor het dubbel zo hard gaat. Desondanks heb ik nog steeds een (hardloop) jackje aan. Ek is dit nie gewoon in SA nie …

Het Isandlwana monument (Britse nederlaag in de Zulu oorlog) bewonderen we even; nog steeds in het bijzijn van Cor en Corrie en Frans. Na dit monument krijgen we nog ‘n korte heftige klim van 10%, waarop ik Frans er bijna uitfiets. Daarvoor was de klim weer net te lang … ek is jammer.

Hierna volgt een ongelovelijke wasbordweg (de was is bij OMO toch al gedaan?), waarop halverwege (in de buurt van een school?) allemaal kindertjes ons tegemoet komen en graag ‘handjeklap’ doen. Het is dus oppassen geblazen dat je niet van je fiets afvalt. Ron heeft door het gehobbel z’n bidon verloren, welke door Tjeerd weer met z’n eigenaar verenigd kan worden.

Als we de afslag op het asfalt nemen, ben ik het ‘zware’ grondpad al weer vergeten en lijken de krachten weer toe te nemen (de verkoudheid lijkt langzaam weg te ebben). Ergens aan deze weg met lange dalingen en stijgingen is het tijd voor een koffiestop. In de middle of nowhere staat de bus langs de kant van de weg. Terwijl wij een broodje en koffie (zelfs nog een soepje) naar binnen drukken (soms voel dit echt zo tijdens fietsen), lijkt er steeds meer publiek om ons heen te komen … Ik bewonder hoe snel en gemakkelijk Monique onze fietsen van nieuwe banden (thuis door Tjeerd een ware zoektocht ondernomen om deze aan te kunnen schaffen) voorziet. Dit lyk tog nie heeltemal goed te gaan nie …  ‘Je let toch wel op de rijrichting?’ weet iemand wijselijk op te merken.

Na deze pauze zien we prachtige bewolkte luchten, wat mooie plaatjes oplevert (Vrijheid). Er volgen nog een paar stevige klimmetjes met percentages van 6 á 7 procent en een lengte van 3 tot 4 km. Bij een picknickplek (wat niet meer voorstelt dan twee stenen bankjes en een dito tafeltje in verval) nemen we nog even een broodje, als we Cor en Corrie in de afdaling er naar toe voorbij zien ‘racen’.

Niet veel later (inmiddels 30 km na de koffiestop) hebben we de afslag naar Babanango Valley Lodge (we checken nog even het telefoonnummer!). Een steile afdaling over grondpad volgt en daarna een glooiend pad naar een prachtige locatie in de middle of nowhere. Onderweg zien we nog bokjes (twee keer) en terwijl ik geniet van de omgeving (met de ondergaande zon is dit extra mooi) moet ik er niet aan denken, om dit pad omgekeerd (morgen) weer te fietsen, want we dalen toch behoorlijk. Of neig dit slegs na daling …?

Dit gevoel is al weer weg als we aankomen bij de lodge. Cor en Corrie liggen languit bij het zwembad met een biertje en een chipje.

’s Avonds valt het even tegen als we buiten eten en haalt menigeen nog een extra trui uit zijn kamer. Tijdens het eten worden we opgeschrikt door een telefoontje (met slecht nieuws) vanuit het thuisfront. My gedagte dwaal hierdoor af … as ons later die aand ’n slaapdoppie (hoe lang staat dit spul al?) in die tuiskamer neem.

Rorke’s Drift – Babanango * 63km (1193hm --> vanaf nu wel weer door mijn Garmin geregistreerd)

Diner: pasteitje  in bladerdeeg, kippenpootjes, rijst en groente, lemon merangue toetje en wijntje: Zandvliet (samen met Guus en Trui)


Dag 10 Onoplettendheid en dwaling

Waar ik al bang voor was, wordt bewaarheid. Het pad vanaf het guesthouse (zelfde weg van gisteren in omgekeerde richting) is behoorlijk pittig fietsen vanwege het stijgen, maar ook de vele stenen maken het grondpad lastig om te fietsen. Als ik na 7,5 km Tjeerd uit mijn zichtsveld zie verdwijnen (al eerder het startsein gegeven om de échte klim maar zonder mij te doen) geef ik het op en zit ik in het zonnetje te wachten op de bus, die nog geen 10 minuten later komt. Slechts 4,5 km lift ik mee en kan ik mijn weg op het asfalt weer vervolgen, nadat Monique vergeefs naar een vermeend schakelprobleem van mijn fiets heeft gekeken.

Dan blijkt dat we vanochtend bij het ontbijt niet helemaal goed opgelet hebben bij de wijziging van de routbeschrijvingbespreking. We dalen en stijgen alsof het een lieve lust is, als ik toch eens mijn neus moet snuiten (blijven opsnuiven is ook zo smerig) en mijn oog valt op een bekende naam op de routebeschrijving; dit plaatsje heb ik toch zonet op een bord zien staan, daar hadden we dus moeten afslaan … Het grondpad op? Ja, daar! Terugfietsend merken we dat we precies 3 km te ver zijn gefietst.

De afslag nemend naar Denny Dalton op grondpad is Tjeerd er nog niet gerust op. Als ik echter fietssporen voor me zie, voel ik me bevestigd in de keuze voor deze afslag. Ik twijfel nog even of we Monique op de hoogte moeten stellen van onze dwaling … maar zoveel tijd zullen we niet verloren hebben op 6 km. Een lange afdaling volgt met prachtige vergezichten en wordt opgevolgd door korte stijgingen en dalingen. Ineens hebben we de anderen van de groep weer in het zicht (ek is in sekere mate verbaas hieroor, so sleg is my kondisie deur die verkoue nou ook weer nie alhoewel ek soms naar hoes) en volgt kort daarna de koffiestop. Trins is gewond door een val van haar fiets en haar knie bloedt vrij heftig. Ik ben het mikpunt van Guus. Wat het die man tog met my?

Als we onze weg vervolgen (Tjeerd en ik vertrekken weer als laatsten) over nog een klein stukje grondpad, zien we Ron naast zijn fiets staan. Hij is gevallen maar de beschadigingen vallen erg mee. Daarna komen we weer op een asfaltweg, waarbij de stijgingen nog pittig zijn. Bij de afslag naar Ulundi krijgen we voor de wind en daalt de weg lekker. Hierop doen we een wedstijdje met Frans. Els halen we met het grootste gemak (erop en erover) in. Dit gaat heerlijk.

Bij een brug over White Umflozi hebben we even rust en formeert de groep. Niet veel later naderen we Ulundi en doen we het laatste stukje in het bijzijn van Cor en Corrie. We twijfelen nog even in Ulundi over de juiste afslag, maar even later bereiken we de traditionele Zoeloehutten van uMuzi Bushcamp (net buiten Ulundi).  

’s Avonds hebben we buiten een gezellige avond met traditionele Zoeloedansen. De jongens en meisjes zijn schaars gekleed en erg lenig. Van ons moet bijna iedereen met de voetjes van de vloer als we uitgenodigd worden om mee te doen. Ik ben het eerste ‘slachtoffer’ en Trui weet er geen genoeg van te krijgen. Hierdie aand het ons nie kou nie …

Babanango – Ulundi * 75km  (1180 hm)

Diner: vooraf Pinotage Zonnebloem/loempia’s, worst/beef, griekse salade, pastasalade, maispap (erg droog), traditionele maaltijd


Dag 11 Terug naar Afrika

Ons ontbyt heerlik rustig en Tjeerd en ek kan bly woon in uMuzi Bushcamp van die eienare …

We vertrekken met z’n allen in de bus naar het wildpark Hluhluwe/Imfolozi Game Reserve. Het is in 1887 tot wildreservaat uitgeroepen en is daarmee het één na oudste wildreservaat in Afrika, na Phongolo. Hluhluwe is het bekendst geworden door de successen die er zijn behaald met het redden van de Breedlipneushoorn (bron: Insight Guide Zuid Afrika). Ons sien baie wild: zebra’s, witte neushoorn (op de weg) en bavianen, wrattenzwijnen, gnoes (kudde) = blouwildebeest (later dichterbij), buffels in de verte, giraf in de verte, buffel (dichtbij!), impala’s, gier (welke niet dichterbij wilde komen), impala, zebra’s (mijn batterij leeg, dus geen foto), cheeta (in het gras) = jagluipaard (door Trui de meest merkwaardige beesten genoemd in haar opwinding), zebra; lunchpauze; bokken, blouaapje, neushoorn (wit); pauze; kaalwangvalk (harrier hawk), nyala (verte), steppebuizerd en loerie.

Tegen de avondschemering rijden we het park uit en nog geen kilometer later zijn we bij de camping. Tjeerd en ik doen na het tent opzetten de was. Ons waan ons terug in die Hippietyd …

Transfer bus van Ulundi naar Hluhluwe/Imfolozi Game Reserve

Diner: worstjes, maispap (lekkerder dan gister) en salade


Dag 12 Nog meer beesteboel

’s Ochtends zijn we vroeg uit bed voor een gamedrive. Bij het ochtendgloren rijden we het park weer in. En we zien het volgende:

6:55 giraffen (2)

7:03 uitzicht mist (reiger in de boom?)

7:13 buffels (verte)

7:17 neushoorns (2)

7:24 giraffen dichtbij (jonge kauwt op bot) en veraf

7:32 reiger

7:39 vleiloerie (burchell’s …)

7:40 green spotted dove (duif)

7:41 neushoorns (3) dichtbij (15 meter); Monique het kort tevore ’n sanitêre stop vir die bus

(Engelse drop gaat rond in de bus)

8:08 neushoorns (niet gestopt) -> batterij ‘dood’

8:13 loerie (noodstop met bus)

8:15 giraf (boven op een berg)

(euphorbia, plant met groene giftige bolletjes)

- Koffiepauze Hilltop

9:30 olifanten in rivierbedding  (en komen aanlopen van de berg) 25 tot 30 stuks

9:45 bataleur (berghaan) met slang in de bek, in vogelvlucht

9:51 ijsvogel (brown hooded)

9:56 zwarte neushoorn ???

10:06 overstekend wild voor de bus: gnoes (3)

10:08 rooiduiker

10:15 nyala’s

- Uitzichtspunt: Ek verwonder my dat ons somaar midde in die wildpark uit die bus uit kan as ek ’n plek soek vir ’n sanitêre stop … (nyala’s te zien aan overkant rivierbedding)

10:32 reiger, impalavogel, waterbok (mannetje, met schietschijf op z'n kont) met koereiger

10:40 nyala’s en paarse reiger (voorgrond) in rivierbedding

10:53 zebra’s (3) steken voor de bus over

11:10 park uit

Verder hebben we een echte rustdag. De was droogt nu zomaar in het warme zonnetje en het lichtje briesje. We zoeken zelfs een beetje de schaduw op om te lezen. Ik wissel ‘Terug in Afrika’ af met ‘Vrouw & fiets’ zodat ik zowel mijn kennis van de dieren als het fietsen bijspijker. In de namiddag ren ik nog een stukje (7 kilometer) onder begeleiding van Tjeerd op de fiets (foto’s en filmpjes). Els wordt door mij aangestoken en rent ook een stuk in de omgeving.

Rustdag Hluhluwe/Imfolozi Game Reserve

Diner : rijst, gehakt, tomaat, banaan met kokosyoghurt (geen bobotie vanwege gebrek aan braai)


Dag 13 Relaxed fietstochtje

Vandag het ons ’n kort fietsrytoggie. We doen het daarom rustig aan. Het eerste deel van de route is bekend, omdat ik hier gisteren (hard)gelopen heb. Ik ontdek onderweg (op 10 km van het wildpark) nog een eventueel alternatief voor de camping (Horn and Thorn B&B).

Vlak voor Hluhluwe komen Monique en Charlie in de bus voorbij. We waren kort tevoren bijna van de weg gereden door een vrachtwagen (ons skrik ons lam). In Hluhluwe halen we geld: het lijkt weer payday zo druk is het bij de geldautomaat. De drukke winkelstraat met marktkraampjes mijden we, maar voor de Big 5 op de stadsmuur doen we een extra rondje om dit te bewonderen en vast te leggen op foto.

Op het grondpad komen we de rest van de groep weer achterop. Het fietst hier lekker en ik schiet  de anderen voorbij om nog wat plaatjes van ze te schieten.

Bij Lake St Lucia pauzeren we uitgebreid. Het is een prachtige rustige omgeving en we genieten van het lekkere weer. We maken nog een extra rondje (eigenlijk maar een halve) op de fiets rond het meer, waarbij we Guus zien op het eindpunt (Sandy point). Hij spot weer vogels (en legt ze indrukwekkend vast). Bij terugkomst (bij de afslag Rocky point/Sandy point) staat André met een lekke band in gezelschap van Han.

Daarna is het nog maar vijf kilometer naar Sandforest lodge camping, alwaar we het rustige Afrikaanse tempo heerlijk vasthouden. We eten wat chips, zetten ons tentje op, lekker douchen en nog even ‘n boek lezen. Tjeerd heb ik aan het werk gezet. De versnelling loopt toch nog niet helemaal lekker. Na wat gesleutel aan de versnelling test hij het zaakje nog even met een rondje op de camping te fietsen. Intussen treedt de avondschemering in en kleurt de lucht warm rood (ik weet dit redelijk vast te leggen).

Die aand het ons die terugkerende ritueel van die slagrom klop en dit veroorsaak weer ’n heel spektakelstuk. Laat je de slagroom wel in de kom, Guus! Het is lang zo koud niet (meer), alhoewel we toch nog  wel rond het kampvuur zitten.

Hluhluwe Game Reserve - Lake St Lucia/Fals Bay Park * 45 km (266 hm)

Diner: vissoep, pasta, roerbakgroente/vlees  en satésaus


Dag 14 Lekke band en ander (verdwaal)leed

Het eerste stukje van de tocht is weer het omgekeerde van gisteren. Als we weer afslaan komen we op grondpad. De wegen glooien door het landschap. Als we even stilstaan (voor ’n versnapering) zien we een (kilo)meterslange trein voorbij komen.

Bij de koffiepauze is het lekker warm in de zon. Ik doe zelfs m’n fietssandalen weer aan (gisteren voor de eerste keer) en smeer m’n nog wat bleke voeten in. We worden weer rijkelijk voorzien van vitaminen tijdens de lunch. Guus moet me alweer hebben met z’n opmerkingen en krijgt van mij adrem water over zich heen. As jy soek kak met my, dan kan ek ook klier!

We gaan weer als laatsten op pad en krijgen niet veel later Guus en Trui weer in het vizier, de eerste staat met een lekke band (hoeveelste dit is ben ik allang kwijt, maar zeker is dat Guus de recordhouder is). Ook Els hebben we weer in het vizier en alle drie kunnen we even later vastleggen op de foto. We zigzaggen wat om elkaar heen, totdat we weer een afslag krijgen waarop we Guus en Trui ‘kwijtraken’ op het grondpad.  We twijfelen nog even of we nog op Els moeten wachten, maar denken dat ze de afslag wel kan vinden. Dan volgt er nog een fikse klim onder veel belangstelling van de plaatselijke jeugd, welke het niet al te breed heeft zo te zien en wat ook wel blijkt uit de vragen die ze stellen. Je wilt ze wel wat geven, maar aan één broodje heb je niet genoeg. Als je stopt staan er zo drie, vier of vijf (of nog veel meer) kindertjes om je heen … Ek kan nie foto’s maak van hierdie kinder nie, omdat hulle leed my diep raak. Ek sou dan diep in hulle wese inbreek … Even later rennen er ook nog kinderen met ons mee. Ik ben jaloers op het tempo wat ze kunnen lopen.

Bij aankomst op de camping is de eerste vraag die Monique stelt aan ons, of en waar we Els hebben gezien. Ze vreest dat zij de afslag heeft gemist en gaat terug met de bus. Selffullfilling prophecy …? Inderdaad heeft Els de afslag gemist en was een eind uit de buurt van Mkuze Game Reserve, waar de bavianen op gepaste afstand vanaf de camping brulden/toekeken. Tjeerd en ik blijven op de camping (net als Trins) als de anderen nog een gamereserve maken. Ze hebben helaas alleen nijlpaarden en vogels gezien.

’s Avonds word ik bij het tandenpoetsen misselijk en ga letterlijk over mijn nek. Bij het naar bed gaan ben ik nog niet oké, en ga maar weer uit bed en uit die tent uit. Ik hang nog wat rond op de wc en loop daarna in de frisse buitenlucht. Het is een heldere nacht en ik zie tienduizenden sterren (zoveel dat ik ze niet kan tellen). Geweldig is het om hier de sterrenhemel te bekijken; ik zie zelfs de melkweg. Na een half uur buiten vertoefd te hebben ga ik weer naar bed en val nu gelukkig snel in slaap (ondanks dat de misselijkheid nog niet over is).

Lake St Lucia/Fals Bay Park – Mkuze Game Reserve * 65 km ( 488 hm)

Diner: soep (geen idee meer welke, maar ongetwijfeld lekker), saté stokjes(verschillende soorten), worst (?), knoflookbrood en salade (zo lekker, dat ik wellicht iets teveel eet) 


Dag 15 Slagveld in Zoeloeland: die Koninginnerit!

De fietstocht begint weer met een fikse klim (in omgekeerde richting van gisteren) maar is minder zwaar dan gistermiddag. Bij het tappen van het water merk ik dat er rotzooi in zit en laat de kraan erg lang lopen (op advies van Monique). De eerste slok in de klim is erg smerig (ging ik hierdoor over mijn nek gisteravond?). Het water is ontzettend zout en als Monique in de klim voorbij komt vragen we nog snel even wat extran voor in het water. De smaak verbetert slechts een heel klein beetje.

Als we in de afdaling op het grondpad bijna de afslag weer bereikt hebben (Els heeft deze dus al verkend) staat Ron met zijn fiets dwars op de weg. Hij blijkt al weer een klapper gemaakt te hebben bij het verkeerd wegsturen in of uit de berm. Hij is druk in de weer met z'n verbandtrommel; gaasjes, schaar, op alles is hij voorbereid. We kijken toch maar even of hij nog hulp nodig heeft. ‘Monique is ook zo bij je, stap dan even in om te bekomen van de schrik zodat je straks weer verder fietst’ laten we hem achter bij Monique, die dan al met de bus komt aanrijden. Han en André blijven nog in zijn buurt en wij vervolgen alvast onze weg. Niet veel later komt de bus ons al weer voorbij. Ik zie dat er geen extra fiets op staat, onze raad is dus de ‘lucht ingeslagen’.  

Het grondpad is niet heel slecht, waardoor Tjeerd en ik de vaart er lekker inhouden. We staan weer even stil voor een leuk bordje met de tekst ‘gevaarlik in vloed’. Nu was er geen vloed, maar was deze dip toch gevaarlijk; in de daling van deze dip zie ik in mijn linkerooghoek een koe te voorschijn komen in de berm, ik stuur daarom alvast een beetje naar rechts, op het moment dat ik naar een lichte(re) versnelling wil schakelen (omdat ik weer stijg) zie ik de koe recht op me afstormen. Dit lyk as ’n dolle bul! Ik heb keus uit twee dingen: Kragtig rem of bystuur! Een lichte ruk aan het stuur en het is klaar. Ik val opzij en lig niet echt ‘ladylike’ op mijn rechterzij tegen het wegdek (met veel grind omdat het grondpad is). Ik kom zo’n beetje vloekend en tierend (ook niet erg ladylike) overeind en verwens die koe naar een andere wereld, maar ze was al halverwege – denk ik. Tjeerd komt aangesneld om me te helpen. Wonderlijk genoeg komt er in die tijd geen auto voorbij en de ‘bewoners’ van een tractor (in de buurt) kijken nauwelijks op of om.

De schade opnemend komen we erachter dat we geen gewoon water bij ons hebben. Een busje met spuitpleister moet daarom maar het werk doen, nadat de ergste stof is weggeveegd. Het is verre van ideaal en verder fietsen geeft in eerste instantie voornamelijk pijn aan de elleboog, die net als bovenbeen en zijkant kuit is geschaafd. Niet veel later doet met het gehobbel over het grondpad mijn been ook lekker mee aan de pijn … Waar is die bus tog in hemelsnaam?

We laten Mkuze maar liggen in de hoop dan Monique eerder op ons pad te zien. We vervolgen echter onze weg via een grondpad door landerijen parallel aan de asfaltweg, waar Monique zeer waarschijnlijk de asfaltweg neemt.

We zien haar en Charlie (en de rest van de groep) niet eerder weer dan bij de koffie/lunchstop. Daar lijkt het wel een ziekenboeg. Trui is gevallen en gewond geraakt bij het wegsturen uit een berm en heeft dezelfde bil geschaafd als ik. De wonden van haar en Ron krijgen de nodige verzorging en Monique denkt na de behandeling van mijn kuit al klaar te zijn, als ik haar nog wijs op mijn elleboog en bil. Tussen de bedrijven door eten we wat. Guus vindt dat ik wel wat meer ‘pijn mag lijden’. Met andere woorden: Guus dink ek is baie te stoer met die verbyt van die pyn. Ondanks dit slagveld stapt iedereeen weer op de fiets na de pauze, al voelt dit niet heel lekker … en denk ik ‘Het ek nou tog maar ingestap!’. Er komt namelijk een moment (elke vakantie wel een keertje) dat je gaat nadenken over waar je mee bezig bent, en hoe je denkt dit te gaan volhouden. Dat moment kwam nu voornamelijk door weer een fikse klim van zo’n 8% over drie kilometer. Maar eenmaal boven als ik een ‘high five’ van Monique krijgt, denk ik niet aan instappen en moet ik Monique bijna tegenhouden om mijn fiets op de bus te zetten.  Wie het gesê dat ek wou instap?

Na dit bergje/heuveltje volgt een afdaling, die voor een behoorlijk tempo zorgt. Over grondpad is dit toch even oppassen en we doen dan ook voorzichtig. Als Monique haar weg (met de rest van de ‘opgevers’) ook weer vervolgt en mij voorbijkomt en slechts één bocht verder is (waar Tjeerd ook is), sta ik ineens weer dwars op de weg. Het fietstasje slaat in mijn achterwiel en ik maak een flinke zwieper over de weg, maar kan de fiets nog net in bedwang houden. Ek sta hewig te tril op my bene … Hier schrik ik meer van dan die val van vanochtend. Ook nu komt Tjeerd weer aansnellen om te helpen, al valt er niet veel te doen. We vervolgen onze weg weer (nog een blauwe plek rijker, maar nu op het andere been) en doen nog voorzichtiger dan we al deden.

Het vervolg van de weg geeft pittige stijgingen (al zijn ze maar kort) en dalingen. Op een gegeven moment heb ik er genoeg van doordat mijn been steeds meer opspeelt.

Als we het asfalt bereiken geeft Tjeerd nog even flink het tempo aan. Bij het hek van de camping Zululand Nyala Lodge, hebben we lichte twijfel. Maar het telefoonnummer correspondeerde met de aangegeven lodge (Later blijkt dat we een bordje speciaal gemaakt door Monique helemaal over het hoofd hebben gezien!). In dit privé wildpark behoedt Tjeerd als hij Els een hellinkje op ziet gaan, nog weer voor verkeerd fietsen. Het grondpad meandert naar de camping, waar we de luxe hebben van een semi-lodge (eten onderdak, maar wel kamperen) en waar we die avond genieten van een echt Afrikaans ovengerecht.

Ons evalueer hierdie fietsrydag as ’n baie pittige. Oftewel: Dis die Koninginnerit!

Mkuzi Game Reserve – Pongola * 78 km (1000 hm)

Diner: Afrikaanse bobotie, zoals bobotie hoort te smaken


Dag 16  Naar Swaziland

Tjeetje, wat lig ik wakker en wat blijf ik wakker liggen, zeker 10 uur lang (omdat we vroeg in bed liggen) achter elkaar. Hoe ik ook lig of draai, wat ik ook probeer (zoveel mogelijkheden heb ik eigenlijk niet: op mijn rechterzij lig ik angstvallig stil vanwege de kneuzing op mijn been, op mijn rug kom ik nooit in slaap en op de linkerzij kan ik sowieso niet slapen), waar ik ook allemaal niet aan probeer te denken … ik ben wakker. En ik word moe en moeër en nog moeërder. En tog slaap ek nie vir ‘n (centi)meter nie …

Helemaal brak en stijf stap ik ’s ochtends uit bed en ik twijfel al gauw of ik wel moest gaan fietsen. De zware bewolking die ik ontwaar als ik de tent uitstap doet de rest. Ik maak er vandaag een extra rustdag van.

In Pongola doet Monique boodschappen en ga ik geld halen. Het is kennelijk weer payday (zaterdag dus) als we ellenlange rijen bij de geldautomaten zien staan. Die fietstoeristen tussen de Afrikanen is een kleurig gezicht. Ik neus ook even rond in een supermarkt en wijs diverse leden van de groep waar ze de afslag moesten nemen als ze vragend weer terugkomen bij de bus.

Bij de grenspost “Onverwacht” naar Swaziland is het weer het gebruikelijke gedoe; stempeltje halen in SA, briefje invullen in Swaziland, nog een stempeltje, beambte die erg nieuwsgierig in de bus kijkt, briefje afgeven, vriendelijk kijken, slagboom open en rijden maar …

In Swaziland zijn nog meer nieuwsgierigen, als we een koffie/lunchstop houden aan de kant van de weg. Allemaal kindertjes komen aangestroomd en blijven nieuwsgierig kijken, maar komen ook steeds dichterbij. Han danst even met ze en ze hebben de grootste lol. Monique deelt snoepjes uit; het lijken wel hongerige wolven als ze niet in de rij willen staan en Monique het snoep maar in de lucht gooit.

Ongeveer 40 km verderop houden we nog een koffiestop. Hier is het lekker rustig. Het blijft bewolkt, maar de wind is gunstig zodat de fietsers lekker kunnen doorknallen op de fiets. Tjeerd kan zich uitleven zonder mij … het is niet te merken, dat hij last van z'n knie heeft.

Als we op de camping aankomen lijkt het bijna te gaan regenen … Els is bijna als eerste op de camping, als ze nog net wordt ingehaald door de snelle jongens (zal geen namen noemen, want dit is niet zo netjes). Even later komt de rest ook binnen.

Na het tent opzetten lig ik even in de tent (nog twee uur bijgeslapen, dit was wel nodig dus).

Bij het eten ’s avonds gaat het toch licht regenen. Het afdakje, waaronder we de tafels hebben neergezet, blijkt niet genoeg te helpen. Het regent er dwars doorheen, maar het blijft gelukkig eerst bij een paar druppels. Later sit ons nog ewe rond die kampvuur (deelt Trui nog een ontboezeming) en snags hoor ons onheilspellende reën.

Pongola – Nisela/Nsoko * 108km (bus) (844 hm)

Diner: pompoensoep, biefstuk, (zelfgebakken) brood en door Els en Tjeerd bereide salade, en te lekkere chocoladebonbons bij de koffie/thee  


Dag 17    Monique needs help

Bij het ontwaken regent het nog steeds, waarop Monique een ontbijt in het restaurant heeft geregeld. Na het ontbijt (de eitjes beginnen al lichtelijk te vervelen) klaart het gelukkig op. Het is al even droog en de zon komt er ook al bij als we het meertje afspeuren naar krokodillen. Trui en ik bespreken even het boek van Adriaan van Dis, wat ze van mij heeft gelezen.

Voor Tjeerd en mij is dit mooie weer reden om op zoek te gaan naar wasfaciliteiten. We vinden echter niets op de camping, waarop we warm water bij de douche halen en op de hand de was doen. De zon straalt inmiddels weer fel, waardoor die was echt wel droog gaat worden. Terwijl anderen wandelend of fietsend het gebied rond de camping verkennen, doe ik het rustig aan. Ik werk eerst mijn dagboek bij als ik samen met Tjeerd koffie drink.

Later op de middag (na een gezamenlijke lunch) zie ik Monique met haar hoofd op de aanhanger ‘hangen’. Ze blijkt haar neus bezeert te hebben bij het vullen van de waterkan.  Dis nou te sê: sy het dit nie handig gedoen nie … Ik verleen nog wat eerste hulp, maar ëcht luisteren naar mijn raadgevingen doet ze niet.

Ik begin in ‘De Boekendief’ over een meisje net voor en in de WO-II, wat me al snel intrigeert. Vanwege het zonnetje dommel ik toch even in en ga nog even op bed met een heerlijk muziekje. Lekker zo’n rustdag voor mijn gehele lichaam (en geest).

’s Avonds gaan we eten bij het restaurant. Op die kampeerplek neem ons nog ’n slaapdoppie en kan ek weer lekker slaap (weliswaar met oordopjes tegen het ‘geronk’ van de buurman).

Rustdag Nisela Nature Reserve

Diner in restaurant: snails (Waar is de kaas? vragen Monique en ik ons af.) en hake & prawns


Dag 18 Verkenning alternatieve route

Het is erg mistig tijdens het ontbijt, maar de mist trekt al snel op als de zon er doorbreekt. Vandaag stappen we (ook ik) weer op de fiets. Frans denkt als laatste te vertrekken, maar Tjeerd en ik staan 100 meter vanaf de camping al weer stil; mijn achterwiel loopt aan en blijkt toch een slagje te hebben opgelopen van de flinke dwarsligging de vorige fietsdag. Terwijl wij sleutelen vervolgt Frans dus al weer zijn weg. Ons is tog weer die hekkesluiters ...

Het fietst wel weer lekker, enigszins voor de wind en over asfalt. Van het ene op het andere moment, bij een dorpje Matata wat beweert de grootste supermarkt van Swaziland te hebben, komen we weer op grondpad. Gelukkig zien we voor ons uit Trui en Guus fietsen, want de beschrijving ‘weg rechtdoor volgen’ hadden we zo misgeïnterpreteerd. Over de brug, de plaatselijke bevolking doet inderdaad de was, komt de hele groep bijeen en duurt het niet eens zo lang meer tot de koffiestop (bij vliegveld), waar een alternatieve route voor het vervolg van onze fietstocht wordt verkend op de landkaart.

Vanaf daar vervolgen we dan ook gezamenlijk onze weg. Ik fiets nog even samen met Han en we praten over de Roparun en het navigatiesysteem wat zijn groep gebruikte.

Dan komt de afslag in beeld, waar we de nieuwe alternatieve route oppakken. Er wordt nog licht getwijfeld aan het navigatiesysteem van Ron (welke de routekaartjes van deze vakantie ook heeft geleverd) of dit de juiste afslag is. En dan … gaan ons probeer die alternatiewe pad!

We fietsen weer over een mooi grondpad wat lekker fietst (lees= waar je een lekkere snelheid kan houden). Dan ineens is er een groot hek. We kunnen niet verder zoals het lijkt (het hek heeft een bordje met de strekking dat de weg niet doorloopt). Daarom zetten we de terugweg maar weer in. Frans bedenkt een mooi alternatief voor de terugweg en Tjeerd en ik zetten de achtervolging in zodat we over landerijen al snel weer terug zijn op de doorgaande (asfalt)weg.

Op de afslag naar rechts (weer op de oorspronkelijke route), zien we de weg waar we in principe uit hadden moeten komen (Monique heeft deze route wel gereden). De weg naar Lituba lodge gaat lekker, op het moment dat Monique langs komt, strijd ik nog even met Tjeerd wie het snelst kan. We zien langs de weg een pickup met geschoten wild in de laadbak. De ‘stoere’ mannen zijn ongetwijfeld trots op hun vangst. Ek begryp die plesier van die wildjag nie … ek kan daar geen simpatie vir voel nie!

Om 14.30 uur komen we al aan bij de lodge, waardoor we nog lekker rustig aan kunnen doen. De huisjeverdeling is echter wat problematisch, water is er niet of niet warm. Terwijl we ’n chipje eten, sist ineens mijn band leeg. Mijn fiets staat in de volle zon … Bij nader onderzoek vertoont de achterband een lek wat wijst op een fabrieksfout. Deze moet dus vervangen worden. Guus haalt daarna het slagje uit mijn wiel. So sleg is die man nou ook weer nie …

Die aand eet ons egte boerekos en skoffel ons amper deur die nag …  by nostalgiese musiek.

Nisela – Lituba Lodge * 57 km (388 hm)

Diner: egte boerekos


Dag 19 Don’t bump the cows!

Vannacht weer heerlijk geslapen. Zo’n intrigerend boek als ‘De Boekendief’ werkt goed als slaapmedicijn bij mij. Het zonnetje schijnt weer lekker als we binnen ontbijten met hoe-kan-het-ook-anders gebakken ei, spek en worst.  Niet dat ik zo’n echte rol-wc-papier-in-de-hand-freak ben, maar ik zit toch liever buiten in de zon te ontbijten tijdens vakanties …

We komen weer wat langzaam op gang (maar ja wat is nieuw?). We vervolgen de asfaltweg van gisteren, waarbij de afslag (na 15 km) toch wat langer (wel 7 km later) op zich laat wachten. We wachten Els ook nog even op, om te zorgen dat ook zij goed gaat. Ergens in een boom zien we een grote roofvogel. Hij zit zo stil, dat ik er aan twijfel of het wel echt een vogel is … maar de ingezoomde foto bevestigt dit. Ek sal ons voëlkenner vra na die bees se naam.

Net voor Swazi Secrets (project opgericht om arme plattelandsvrouwen te helpen om eigen inkomsten te genereren) loopt mijn voorband leeg. Monique staat hier ook voor de koffiepauze. Tjeerd vervangt mijn voorband en ik plak intussen de lekgereden band. Daarna eten we nog snel even zodat we ook nog even naar de fabriek gaan om te zien hoe ze olie uit Marula noten halen (waar ze dan weer zalfjes etc. van maken). We steunen de dames met geborduurde tasjes en andere gebruiksvoorwerpen, door aankoop van een mobielhouder met giraf. Bij het verlaten van de fabriek worden we nog gewaarschuwd met ‘Don’t bump the cows!’, waarop we reageren met ‘We already did!’. De ach-en-wee’s zijn niet van de lucht.

We vervolgen onze weg over de asfaltweg, die alleen maar drukker lijkt te worden. We halen Cor en Corrie in om vervolgens weer door hen voorbij gereden te worden, als wij even op een veilig plekje langs de kant een broodje verorberen. Die kamikaze pilote gee ons baie weinig ruimte … Slechts een bocht later, komt de bus ons tegemoet. Monique is er niet gerust op dat wij op deze drukke weg fietsen en brengt ons naar Manzini (er zitten al meer passagiers in de bus).

In ons hotel in Mazini worden we verwelkomd met een sapje en overweldigd door de luxe. We brengen de bagage naar de kamer en drinken een drankje bij de bar. Dan probeer ik het zwembad even uit. Heel even, want het water is ijs-en-ijskoud (dat heeft toch met sterke drank te maken?). Twee snelle baantjes zwemmen helpt ook niet. Tjeerd probeert het ook nog een tel, maar heeft het ook snel bekeken. Gelukkig is het zonnetje lekker warm en kunnen we lekker opdrogen.  

Daarna ga ik even ontspannen in bad. Hier is het water wel warm. Pff, het lijkt  wel een sauna …

’s Avonds eten we in het hotel, blijk ik al weer hetzelfde besteld te hebben als Monique.

Lituba Lodge – Manzini  * 82 km (952 hm), waarvan 22 met de bus

Diner: carpaccio zalm, seafood curry (very hot)


Dag 20  Laatste fietstocht met dwaling

Al weer de laatste fietsdag waarop maar een rit van 27 km op de planning staat.

We beginnen min-of-meer gezamenlijk om de stad uit te komen. Tjeerd en ik bevinden zich echter weer bij de laatsten. Op de eerste rotonde zien we de anderen weer terugkomen, het is dus nog niet zo slecht om als laatste te beginnen. Gezamenlijk gaan we de stad uit en vormen zo een lang kleurig lint en zijn wel een bezienswaardigheid in deze Afrikaanse stad.

Het is even puzzelen waar we de weg moeten verlaten, maar door de navigators voorin komt dit ook goed. Bij een afslag en stijging doe ik een wedstrijdje met Guus (foto van Tjeerd laat zien wie heeft gewonnen), even later zijn we al bij Swazi Candles, waar we het ‘fabriekje’ en de winkel bezoeken (Monique wijst me ’n mooie kaart aan!) en koffiedrinken. Die cheesecake smaak ook heerlik.

Als we weer weg gaan, worden Tjeerd en ik bly verras deur Monique met ’n leeu en ’n kameelperd op ons fiets. We vervolgen onze weg weer als laatsten (maar nu met z’n vieren) en blijkt even later, dat we vanochtend bij het ontbijt bij de routebeschrijvingbespreking al weer niet (dit was toch al eerder zo?) helemaal goed hebben opgelet. We weten namelijk niet op welk moment we nu precies van de route af moeten wijken. Omdat ik bij een afslag niet de bewuste lodge zie staan, denk ik dat we hier nog rechtdoor moeten.

Dit blijkt toch niet zo te zijn. Onderweg heb ik al lichte twijfel, de dalingen en stijgingen blijven elkaar maar opvolgen zonder lodge te zien. Op een gegeven moment vragen we toch aan een paar meisjes of ze de lodge kennen. We blijken veel te ver te zijn. Licht chagrijnig (waarom let ík dan ook niet op ’s ochtends?) zetten we de terugweg in. Terug bij de afslag is mijn glimlach weer terug, als ik onze stommiteit weer kan relativeren.  

Uiteindelijk hebben we 39 km op de teller als we de oprit van de lodge op fietsen. Zelfs dat is bijna te weinig om het een fietsdag te noemen. Enigszins verlaat komen we dus - als laatsten - aan bij Willows Lodge (met Willy’s pub ontdekken we later), maar er lijkt niemand bezorgd te zijn om waar wij waren …

We komen lekker bij met chipjes en drinken. Ons bewonder en fotografeer ek-sal-dit-maar-noem (ek weet dus nie seker nie of dit bees se naam so is) ’n verkleurmannetjie, omdat ons hom se kop van groen in blou sien verkleur.

We maken de fiets en daarna onszelf schoon. De douche is door Els, wie onze huisgenoot is, al lekker opgewarmd. Ik maak een rondje langs de anderen onder het mom van foto’s maken van natuurschoon, maar verzamel geld en teksten voor op de kaart ‘Tour d’ Afrique’ welke we vanochtend (diezelfde die ze aanwees) al voor Monique en Charlie hebben gekocht. Er blijft op de kaarten nauwelijks ruimte over voor Tjeerd en mij om er nog wat op te zetten.

We gaan de laatste avond uit eten bij Malandelas restaurant. Ron doet de bedankwoordjes en deelt de enveloppen uit aan Monique en mr. Charles. Terug bij de lodge drinken we buiten nog een afscheidsborrel. Ek is jammer dat die laaste bietjie whisky nog word verspil …

Manzini – Willows Lodge * 40 km (561 hm)

Diner: salade met tonijn (is dit geen maaltijdsalade?), beef met pepersaus (Cor treft een slecht stuk vlees)


Dag 21 De reis is (bijna) rond

Laatste dag in de bus, in Swaziland en Suid-Arika. Stipt om 10 uur stappen Tjeerd en ik als laatsten (moet ik dat nog vermelden?) in de bus voor een transfer naar Johannesburg. Na 10 km is het eerst nog een soevenirsjacht bij te veel stalletjes met allemaal hetzelfde. Dit kan tog nie egte ondernemers wees nie …  Tjeerd koopt nog gezelschap voor een eenzaam schildpadje thuis.

De busrit gaat voorspoedig maar duurt toch erg lang. Zo nu en dan vermaak ik me weer met mijn boek ‘De Boekendief’. Zoals gezegd een intrigerend boek. Niet het soort boeken dat ik snel lees, maar wat me enorm boeit sinds de eerste pagina.

Vlakbij een richtingsbord naar ‘Helpmekaar’ delen we kleding en overbodige spulletjes uit aan kinderen. As sy elkaar maar heel laat …

In Johannesburg vult Monique haar tank nog bij met haar noodreserve omdat ze bang is om in de laatste kilometers stil te komen staan. We komen gelukkig zonder problemen aan bij het vliegveld, zodat onze rondreis is afgerond. De avondschemering treedt al in, als de fietsen worden ingepakt voor de terugreis. Na het inchecken nemen we afscheid van Monique en Charlie.

Afscheid nemen is nooit leuk maar valt me nu wat minder zwaar in de wetenschap dat ik Monique zeker nog wel eens ga zien. Het zal de laatste keer ook niet geweest zijn dat ik naar Zuid-Afrika ga. Mooi bly!

Transfer Swaziland – Johannesburg  * 373  km (3547 hm)

Vliegreis Johannesburg – Amsterdam op 10000 hm (aankomst op dag 22)


Ekskuus vir hierdie baie lange reisstorie. Ek het geen tyd gehad nie om dit in te kort!

Laatste (spellings)controle en aanpassingen op 23 oktober 22:03 uur. Mocht je nog wat fouten of onwaarheden constateren, dan hoor ik het graag.


P.S. Vertel me hoe je dit verhaal vindt in het gastenboek!

Maak jouw eigen website met JouwWeb