Week 43: Deze week met de souplessemethode begonnen. Dit komt neer op leuker, slimmer en lichter trainen. Je schrapt in de trainingen een groot deel van je duurlopen, omdat je daar alleen langzaam van leert lopen. Ik ga proberen met deze methode die neerkomt op souplesse en extensieve intervalduurtraining trainen voor de Halve Marathon van Egmond in januari 2016. Ik heb nog 12 weken om te trainen. Het schema (van 13 weken) van 4x trainen pak ik dus in week 12 op.
Maandag begin ik met de eerste training. Het is de bedoeling om 6x 1000 meter te lopen in een tempo die langzamer is dan je wedstrijdsnelheid. Tussendoor heb je 800 meter rust, waarvan je de eerste 20, en de laatste 20 seconden wandelt en de rest jogt. Het is eerst even wennen, het versnellen gaat echter prima, ik zet zelfs op wedstrijdtempo ... dat mag dus wat langzamer. Na 4x 1000 meter houd ik het wel voor gezien ... (totaal 11,2 km)
Tijdens de tweede training op woensdag is het miezerig weer; niet echt lekker om te lopen, ik hoef echter maar een klein rondje (6,5 km). Deze keer moet ik 15x 200 meter versnellen, tussendoor ook weer 200 meter rust waarvan de eerste 20, en de laatste 20 seconden gewandeld mogen worden. De tempoversnellingen gaan wel, maar mogen veel sneller dan ik doe ... Daar gaan we de volgende keer op letten.
De dag erop train ik al weer. Nu staat dezelfde training als maandag op het programma. Na de eerste 1000 meter voel ik echter mijn hamstrings in mijn linkerbeen erg opspelen. De volgende 'sprintjes' doe ik daarom over 800 meter. Zo lang 800 meter kan duren. Ongelooflijk. Toch loop ik de andere 5 sprintjes goed uit. Weliswaar had ook hier het tempo hoger mogen liggen, maar dat zat er even niet in ... (al weer 11,3 km op de teller).
Volgens het schema had ik zondags een wedstrijd van 10 km moeten lopen. Het oorspronkelijke plan om de Strontraceloop in Workum op zaterdag te gaan doen, laten lopen vanwege de hamstring en een dag extra rust gepakt. Zondag is het zulk mooi weer dat je niet thuis kan blijven zitten. Richting Deinum langs het Zijlsterrak pak ik daarom het wedstrijdtempo maar op. Ik loop eerst twee kilometer in; dan begin ik in het wedstrijdtemppo. Het ligt net boven of net onder de 6 minuten per kilometer. En dat houd ik redelijk gemakkelijk 8 kilometer vol. Op een of andere manier voel ik de hamstrings nu weer niet ... Met deze 10,7 km, heb ik deze week bijna 40 km gelopen. En eigenlijk heb ik me wel eens vermoeider gevoeld.
Reactie plaatsen
Reacties