Mijn Slachtemarathon-avontuur 2016 van 5 uur 13 minuten en 55 seconden

loopmeteenglimlag.jpgUitlopen en sneller
Het plan is om deze marathon niet alleen uit te lopen, maar ook sneller te lopen dan mijn eerste marathon (2014). Ik doe er echter langer over in plaats van korter …

Slachteclinic
In de voorbereidingsfase zit het niet mee. Ik kamp al een tijd met een hamstringblessure - al voor ik begin met de Slachteclinic bij Cor en Carin met zo’n 30 anderen - en tot overmaat van ramp krijg ik ook nog te maken met acute rugpijn als ik de Merenloop in Grou wil lopen. Met kraken, dry-needling, massage en taping en van tijd-tot-tijd ook nog eens sportmassage kan ik toch blijven doorlopen, al wordt mijn hardlooptempo wel stadig aan langzamer …

Tapering
In de rustweek voor de Slachtemarathon - de zogeheten tapering-periode - slaat de onrust toe. Na een laatste training op de atletiekbaan – Cor laat ons de meest vermoeiende oefeningen doen – en een relaxed rondje met Mattie door Nijlân, mocht er niet meer zoveel gedaan worden. Daar word ik dus onrustig van; mijn lichaam snakt dan naar beweging, ik voel ineens allerlei pijntjes die ik anders niet voel. Kortom; ik ben er klaar voor!

Korte nacht
Tien uur naar bed. Je moet echter niet denken dat ik slaap op de avond voor de Slachte; de ogen heb ik wel dicht … Dan ineens schrik ik wakker en denk dat ik me verslapen heb voor de … ja, de Slachte! Het is echter nog twintig minuten voordat mijn wekker afgaat. Heb ik toch heel even geslapen… 

Koffie met Melody
Ontbijt, boterhammen met (pinda)kaas en koffie – net als anders op zaterdagochtend – nu al om half vier met relaxte muziek van Melody Gardot, laat me rustig bijkomen van een slechte en korte nacht. De laatste voorbereidingen – gelletjes in de flacons van mijn heupgordel, buienradar raadplegen voor de temperatuur en felicitatiebericht voor mijn RPM instructeur op facebook – doe ik in alle rust.

Bus naar Oosterbierum
Nooit is het zo druk zó vroeg op het station. Het is gezellig met allemaal hardlopers en veel bekenden van de hardloopclinic. We krijgen een ‘paadwizer’ op vertoon van ons startnummer, die ik ergens moet opdiepen uit mijn tas. De sfeer in de bus lijkt wel op een schoolreisje. De een heeft nog meer praatjes dan de ander en de ramen beslaan al gauw. Als we een half uurtje later de Sedyk opdraaien, zien we een prachtige zonsopkomst.

Nog niet klaar voor de start
Vanaf de dijk lopen we eerst zo’n 500 meter naar het startpunt. Ik raak aan de praat met Wim, die ik ken van de sportschool. Ik moet me sterk vergissen als dit niet meer dan 500 meter is. Dan begint het wachten, in de file voor het toilet. Er zijn altijd mensen die niet weten waar een wachtrij voor dient. Nog meer bekende gezichten … En dan de speaker die ons vriendelijk en dringend verzoekt om ons toch vooral snel naar de start te begeven!

Start vanuit een schuur
Wij – Annechien en ik wachten nog even op Saakje – zoeken dus snel de ‘kleedruimte’ op. De dames ben ik echter al kwijt als ik de container waar ik mijn tas kan inleveren bereik. De nodige handelingen volgen in snel tempo; overtollige ballast in de tas en een heupgordel om, nog een banaantje naar binnen en door de mensenmenigte wurm ik me door naar de bewuste schuur. Nog een gelletje en nog meer bekenden van de clinic. Met Ingrid, Aldert en Eldert wacht ik op het startsein. Wim meen ik ook nog ergens te hebben gezien in de volgepakte schuur. Onze GPS horloges willen nog geen signaal opvangen en sommige ogen zoeken onrustig naar pacers … ‘hoe kom ik daar in de buurt?’ 

Valse start
Met het startsein komt de meute in beweging. Als we de bocht omdraaien valt mijn oog op het spandoek in de schuur met een aanmoediging voor de lopers. Met het verlaten van de schuur valt er een flacon uit mijn heupgordel;  bij het oprapen vallen er nog twee uit. Lekker is dat; een dame stapt ook nog op een flesje alvorens is de flesjes weer terug stop in mijn gordel, welke ik nu ook maar wat strakker aansnoer. Dan op pad! Mijn GPS begint ook eindelijk wakker te worden …  (GPS blijkt achteraf pas een minuut later gestart) Het is echt opletten geblazen op de smalle Slachtedyk waar de lopers je aan alle kanten voorbijkomen, om niet te snel van start te gaan en om niet over andere benen, flacons en gelletjes te struikelen …

Op de Slachtetille al wandelen
Het plan is om de Slachte in drie keer 14 km in te delen; en 14 km moet in anderhalf uur gelopen kunnen worden. Dat is op zich niet al te hard en ook niet te langzaam … En dat kan een prima tijd opleveren van 4,5 uur. Ná de eerste kilometers van de Slachtedijk kom ik lekker in mijn marathontempo (zo’n 6,5 minuut per kilometer) omdat de weg hier wat breder wordt en er dus wat meer ruimte is voor de lopers. Bij de Slachtetille-brug kom ik echter al in het wandeltempo terecht, zo druk is het hier weer. Dan maar even drinken – het eerste gelletje gaat erin. En ik let er zelfs op waar ik mijn afval kwijt kan, terwijl ik dat helemaal niet heb … mijn gelletjes zitten in mijn flacons van de heupgordel. Op de Slachtetille-brug  zien we bussen vol met wandelaars voorbijkomen en die moedigen ons ook aan met hun geclaxonneer. Onderaan de brug staat Janke, maar mist me net voor een mooie foto.

Slachtetille-Janke.jpg

Onverharde paden
De paadjes voor en na de Slachtetille-brug zijn mooi platgelopen door de voorgangers. En de regenbuien van een dag geleden zorgen dat het prima loopt, al levert het wel enigszins natte tenen op. De clinic-lopers Wim en Jan komen me hier ergens voorbij. En zie ik binnen de kortste keren uit mijn zichtveld verdwijnen. Na de brug volgt al snel de oversteek van de Rijksweg/Harlingerweg tussen Herbaijum en Franeker. Ik let nauwkeurig op waar we langs gaan. De route ken ik grotendeels van de Slachtedyktocht van TFC Frisia, leuk om te zien waar de Slachtemarathon precies langs gaat.

Aanmoedigingen
Al vanaf ’s ochtends vroeg zijn er aanmoedigingen van de toeschouwers langs de Slachte. Op je startnummer staat ook je naam. Ze weten me echter wel heel snel aan te moedigen … blijkt er voor me ook nog een Willy te lopen! Grappig is dat ik met de enige naamgenoot van deze marathon  (uit Geleen) juist een stukje samenloop. Na de brug bij Kiesterzijl raak ik haar echter al weer kwijt, ze loopt me net te snel.

Huisvlijt geeft ‘n boost
Op (nagenoeg) de hele route is er een lint van vlaggetjes, gebreide lapjes, beschilderde hemdjes, bordjes met gedichten en ander huisvlijt. Het is te veel om allemaal bewust te zien … hier en daar zie ik dan ook meer dan elders (kunstkoeien komen ook nog voorbij en bordjes met allerlei spreuken met voet en/of voeten). En stoppen is er ook al niet bij, al zou ik het liefst allemaal fotograferen,  het geeft wel ‘n boost om zoveel huisvlijt en fleurigheid te zien. Het doet me bijna vergeten dat ik al bij kilometer 8 mijn hamstring begin te voelen. Het zal toch niet, dat deze me belet om de marathon uit te lopen. Bij kilometer 10 zie ik een tijd van 1 uur 6 op mijn Garmin en nagenoeg dezelfde tijd op een klok, wat me niet ontevreden stemt. Al net iets eerder kom ik Henk, ook een clinic-loper, voorbij. Ik denk wel even ‘die kan toch wel sneller loper dan ik’. Later blijkt dat hij is uitgestapt vanwege de warmte. En als ik me niet vergis zie ik vlak na de 10 kilometer Jeannette en Marijke van de clinic voorbijkomen. 

Eerste 14 km
In Achlum weet ik een jongetje blij te maken door ‘m een high five te geven. Het is daar gezellig druk en het hele dorp lijkt wel uitgelopen op het vroege uur. Niet lang daarna volgt het tweede stuk onverhard, ook dit valt mee. Want ondanks dat het onverhard is, is de ondergrond wel redelijk hard en dus goed te belopen. Als ik me niet vergis heb ik daar bij de drinkpost – naast het water uiteraard - ook een spons gepakt. Het is inmiddels lekker warm geworden en een beetje koelen is niet verkeerd. Als ik een fotograaf spot, blijf ik nog even lopen al weet ik niet of hij me daadwerkelijk heeft vastgelegd. Achter me hoor ik bekende stemmen, ik meen Saakje en Annechien te herkennen. En ja hoor, ze zijn het die me hier passeren. Op de vraag hoe het gaat, is mijn antwoord ‘Niet zo heel lekker’, wat beantwoord wordt met ‘Met jou ook al niet!’ Dat is niet heel bemoedigend. Desondanks zit ik qua tijd nog niet zo slecht; de eerste 14 km in 1 uur en 33 minuten. Dit geeft hoop!

Halverwege
Na een stukje Lollumerweg – waar weer veel publiek staat aan te moedigen - volgen we weer de Slachtedijk naar Swarte Beien. Als ik geen fietser was, zou ik dit gehucht niet kennen. Nu is ieder stukje bijna bekend. Niet ver daarna staat Jan Kooistra van SV Friesland met een boog, en een extra (lees ik later) drinkpost. Jan herkent me net tussen/achter de heren die op dat moment even voor me lopen. Herman Hoekstra flankeert hem en weet me enthousiast aan te moedigen op dit punt. Inmiddels ben ik meer dan halverwege en heb ik een halve marathontijd (2:22:20), die net iets langzamer (ruim een minuut) is dan de laatste halve bij Loop Leeuwarden. Als ik dit tempo weet vol te houden, loop ik een kwartier sneller dan mijn eerste Mar-athon.

Tweede 14 km
Na de bocht vlakbij Littenserburen volgt een enigszins saai stuk van de route, geen dorpjes of gehuchten, weinig publiek en dus weinig afleiding. Nabij het volgende gehucht - De Kliuw - bereiken we de Doniadyk en het 28 kilometerpunt. De tweede 14 km zit er dus op; mijn tijd hiervan is 1 uur en 40 minuten. Dat stemt me niet ontevreden, maar ik beloof me zelf dat dit toch echt de laatste keer is dat ik een marathon ga (hard)lopen. ‘Gekkenwerk is het, zeker met dit warme weer’ laat ik me hardop ontvallen tegen medelopers, die vaker wandelen dan ik dat doe. ‘Nooit, nooit, nooit weer doe ik dit’ vervolg ik het relaas, wél met een grote grijns op mijn gezicht, omdat ik me dit toch zelf aan doe.

Vrijwel alle marathonlopers zijn de man met de hamer wel eens tegengekomen. Dat punt rond de 30 km waarop de benen ineens leeg zijn en de soepele tred ineens verandert in een voortstrompelen naar de finish.

Man met hamer?
Waarom is het eigenlijk een man met de hamer en geen vrouw? Ik heb die man niet gezien, de vrouw ook niet trouwens. Mijn hardlooptempo verandert niet ineens, de kilometertijd loopt vanaf kilometer één al gestaag omhoog … En vanaf dat 30 kilometerpunt zijn mijn benen niet leeg, maar juist het been met de hamstringblessure loopt helemaal vol. Alsof het been heel zwaar is en niet meer lekker mee zwaait. En dan gaan de voeten ook nog eens zeer doen. Zo nu en dan wandelen is dan toch een optie … en omdat het halve peloton wandelt voelt dat ook niet zo erg. ‘Zat ik maar op de fiets, dan kon ik even herstellen’ denk ik nog als ‘n EHBO’er me tegemoet komt fietsen, en vraag ik hem zelfs even zijn fiets te mogen lenen. Hij fietst echter door en ik vervolg mijn weg dan ook maar. Hoewel het dus ook wel erg warm is (de temperatuur loopt op tot wel 25 graden) heb ik hiervan niet echt last; de spons die ik in het begin heb gepakt houd ik voortdurend bij me en hiermee kan ik me goed koelen (bij de drinkposten weer natmaken of zelfs onderweg met mijn eigen water). Naast het drinken van water bij de drinkposten, voldoen de gelletjes – ongeveer om de 5 km – ook goed; geen last van mijn maag dit keer en zelfs de laatste op 30 km gaat er nog in. 

 

Laatste 14 km
In heel Reahus loopt een spoor van rode ‘voetjes’ op de weg en rode vlaggetjes langs de kant. Ook hier lijkt het hele dorp weer uitgelopen te zijn om de Slachte-lopers en –wandelaars (denk ik) aan te moedigen. Bij de sponspost wordt mijn spons weer ververst, al is dit soms lastig om de voeten hierbij droog te houden. Ineens realiseer ik me ook dat ik wel wat voorzichtiger mag doen bij het afkoelen met mijn telefoon die ik in mijn bh heb geschoven. Hopelijk gaat dit goed. Bij het verlaten van Reahus, zit er een loper met naast haar een EHBO’er op het bankje, waar ik tijdens fietstochtjes vaak een bananenpauze heb gehad. De sirenes die we vanaf dat punt – in de verte -  ook steeds vaker horen moedigen ook niet erg aan, moet ik zeggen.  Na Greate Wierrum volgt nog weer een klein stukje Slachtedyk, alvorens we de Sylsterdyk vlakbij Boazum volgen. Daar op de Sylsterdyk zie ik al weer een EHBO’er in de weer met een loper … En dan komen we op het laatste stuk weiland, wat we tijdens de Slachteclinic verkend hebben. De bijna 1,5 km over het weiland vallen me erg zwaar; het is er erg slecht te lopen en het is meer wandelen wat ik daar doe. Mattie en vervolgens Lidwien komen me op dit gedeelte voorbij en zij lopen nog lekker door. Na het weiland kan ik weer enigszins doorlopen en bij Easterwierrum ontwaar ik Anke Peterson, als ik me niet vergis. In Easterwierrum neem ik nog even tijd voor een sinaasappeltje en hoor ik de zoveelste sirene. Of het aan de sinaasappelpartjes ligt of de energiedrank die ik daar voor het eerst pak, weet ik niet. De laatste 2 kilometer krijg ik weer de spirit en loop weer lekker door, al doet de tijd er al lang niet meer toe. Ik laat Anke voor de tweede - of zelfs derde keer - achter me en kan ook nog lachen voor een fotografe die net voor de afslag naar Raerd staat (Jolanda Siemonsma).

slachtemarathon.jpg

Finish in Raerd
Om 11:49:53 bereik ik dan eindelijk de finish en gooi ik nog triomfantelijk mijn armen de lucht in (alles voor een mooie finishfoto natuurlijk). Ik hoor direct mijn naam, en spot Sietske van der Bij en haar man achter de hekken als ik al met ’n bekertje water en energiedrank in de handen sta. Ik krijg ook nog een sinaasappeltje aangeboden die op mijn bekertje beland omdat ik de handen vol heb. Het welverdiende marathonblokje wordt tussen mijn bh geschoven. Waar zo’n ding al niet goed voor is. De vrijwilligers zijn erg bezorgd dat ik mijn aandenken wel gekregen, want ik krijg ‘m nog een paar keer aangeboden. In het uitloopgebied vind ik al snel mijn tas en de andere clinic-lopers Mattie, Jan, Lidwien en Wytse. Na elkaar gefeliciteerd te hebben, zoek ik de bus op. Ik passeer echter de massagepost. Toch even kijken hoe druk het er is.

 

finishfoto Slachte

Snel herstel
Het blijkt helemaal niet zo druk te zijn bij de massagepost. Ik schrijf me dus in en werk een Griekse yoghurt met walnoten en honing naar binnen (qua temperatuur nog best in te nemen). Ik heb ’t nog niet eens op of ik word al opgeroepen voor de massage. Toevallig treft mijn loopmaatje Rina mij voor de massage. De benen voelen moe aan, maar staan niet stijf van de 42 km. Als je dan anderen ziet binnenstrompelen … Ik loop na de massage als een kieviet naar de bus, die me net voor de neus wegrijdt. In het zonnetje – die me nu toch wel wat te warm wordt – peuzel ik een broodje op en wacht samen met de chauffeurs, die de lopers naar Leeuwarden terugbrengen. Nog een twintig minuten later word ik samen met twee drie andere lopers naar het busstation in Leeuwarden gebracht. Op het fietsje nog naar huis, waar ik heerlijk in een niet te warm bad glij.

Eindtijd teleurstellend
Geheel tevreden ben ik niet over mijn eindtijd. Gelet op de blessure en toch wel warme dag ben ik wel blij/tevreden dat ik de Slachtemarathon heb uitgelopen, maar de eindtijd is niet sneller dan de eerste marathon wat wel de bedoeling was …
Of ik die tijd nog eens wil verbeteren? ‘Nooit, nooit, nooit’ is inmiddels veranderd in ‘Ik weet het niet. Wordt misschien ooit vervolgd!’

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb